De fitnessmarkt bevindt zich op het snijvlak van een aantal ontwikkelingen die in 2013 grote invloed op de toekomst van de branche zal hebben. Ontwikkelingen die soms ogenschijnlijk met elkaar kunnen conflicteren, maar tegelijkertijd door derden positief kunnen worden aangejaagd.
De fitnessbranche bevindt zich, zoals vele aanbieders van commerciële producten, in het oog van de economische crises. Steeds meer mensen moeten bezuinigen en doen dat op producten die zij als ‘luxe’ kunnen ervaren. Fitnessondernemers merken dat ook een abonnement bij een fitnesscentrum tot ‘luxe’ wordt gerekend. De bijna vanzelfsprekende groei is voor veel centra voorbij en steeds meer ondernemers worden geconfronteerd met stilstand of terugloop van het aantal leden. Ook het aantal fitnesscentra dat moet sluiten – vrijwillig of door een faillissement – neemt toe. Dat is een logisch marktmechanisme in economisch moeilijke tijden, zeker in een sector die ruim is voorzien van aanbieders. Want er komen nog altijd nieuwe fitnessaanbieders bij.
Sport – bewegen en gezondheidsbeleid
Tegelijkertijd wordt sporten en bewegen in het nieuwe regeerakkoord op hoofdlijnen ontzien. De overheid geeft daarmee ook een signaal af: sporten en bewegen is en blijft belangrijk. Dat doet ze uiteraard niet zonder reden. Er is een directe relatie met de gezondheid en dus ook met de zorgkosten. De wens en verwachting is dat door een gezonde(re) leefstijl de zorgkosten minder explosief zullen stijgen. Natuurlijk zijn er maatschappelijke ontwikkelingen die zullen leiden tot meer consumptie van zorg. We worden immers gemiddeld steeds ouder, Nederland vergrijst en door de economische crises moeten steeds meer mensen bezuinigen op producten die van invloed zijn op hun leefstijl (eten, fitnessabonnement, sportkleding). Maar we kunnen zelf invloed uitoefenen op onze leefstijl en dus deels ook op onze gezondheid. Op dat snijvlak – sport, bewegen en gezondheid – liggen in 2013 de grootste kansen en uitdagingen voor de fitnessbranche.
Kansen voor de fitnessbranche
Namelijk diversiteit in het aanbod in relatie tot gezondheidsprofielen van mensen. Steeds meer fitnessconsumenten willen een programma op maat en steeds meer (potentiële) nieuwe leden oriënteren zich op de fitnessmarkt vanuit gezondheidswinst: hoe kan een fitnesscentrum bijdragen om gezondheidsklachten te verminderen, te doen verdwijnen of te voorkomen? Deze ontwikkeling wordt vanuit de overheid en, hetzij in onze optiek nog te schoorvoetend door zorgverzekeraars aangejaagd. Vanuit de rijksoverheid wordt beleid gemaakt en programma’s geïnitieerd om sport en bewegen in het algemeen te stimuleren. Leefstijlinterventies als ‘De BeweegKuur’ en ‘Sport & Bewegen in de buurt’ zijn voorbeelden waar de fitnessbranche een goede aansluiting kan vinden om nieuwe doelgroepen aan zich te binden. Fit!vak heeft daarop ingespeeld door Fit!vak Preventiecentra in de markt te zetten en het concept Fitness 2.0 te ontwikkelen.
Groeipotentieel
Dat met name in de preventie component van fitness grote kansen en het belangrijkste groeipotentieel liggen – in 2013 maar ook in de daaropvolgende jaren – betekent wel dat de fitnessbranche zich verder moet professionaliseren en dat de beeldvorming moet worden verbeterd. Professionals uit de medische wereld en de eerstelijnszorg zijn namelijk nog niet altijd overtuigd van de meerwaarde die fitnesscentra kunnen hebben in de begeleiding van mensen die vanuit paramedisch en preventie oogpunt gaan of moeten sporten. De stap die de fitnessbranche in 2013 moet te maken, is dat fun geen doel op zich is. Het is een middel om gezondheidswinst te boeken: hoe kunnen fitnesscentra hun aanbod zo aanbieden, dat de deelnemers plezier hebben én dat de inhoud van de lessen zo is opgebouwd dat de medische wereld daar vertrouwen in heeft?
Coöperatief kwaliteitsbeleid
Die kansen kunnen we optimaal benutten als we ons coöperatieve kwaliteitsbeleid nog verder weten te ontwikkelen. Bijvoorbeeld met de al genoemde Fit!vak Preventiecentra en Fitness 2.0. Maar ook met het borgen van gekwalificeerd personeel (EREPS.NL) en het ontwikkelen van uniforme en wetenschappe-lijke programma’s die volgens protocol worden uitgevoerd door professionals binnen sport- en bewegingscentra.
Fit!vak wil met haar coöperatieve beleid de belangen van haar leden behartigen. Fit!vak doet dat door iedere dag ‘hands on’ leden te helpen, maar ook door een visie op de langere termijn te ontwikkelen. Die combinatie van pragmatisch denken en doen en tegelijkertijd beleid en visie te formuleren, wordt gewaardeerd in de fitnessbranche. De verwachting is dat we in 2013 het 1.000ste lid kunnen inschrijven. Dat biedt Fit!vak in alle opzichten nog meer mogelijkheden om het belang van haar achterban krachtig te kunnen dienen.
Veel geluk, inspiratie en succes voor 2013!
Ronald Wouters is sinds 2004 directeur van Fit!vak en is na zijn CIOS opleiding altijd actief geweest in de fitnessbranche.
Wil je reageren op zijn column mail naar r.wouters@fitvak.com