Al enkele jaren constateren sportbonden dat hun ledenaantallen teruglopen en dat de fitnessbranche daar een belangrijke rol in speelt. ‘Mensen gaan tegenwoordig liever naar een sportschool in plaats van lid te worden of te blijven van een vereniging’ is vaak het commentaar. Met een enigszins zurige ondertoon. Ik begrijp dat teruglopende ledenaantallen, en daarmee de onder druk komende bedrijfsvoering, voor onrust en frustratie zorgen. Maar ik vind het te gemakkelijk om dan telkens te blijven wijzen naar onze branche. Het fitnesscentrum als de grote concurrent en boosdoener.
Dat we inmiddels zijn uitgegroeid tot de grootste aanbieder van sport en bewegen in Nederland, zal de frustratie en afgunst alleen nog maar sterker voeden. Terwijl wij juist met Fitness 2.0 een handreiking naar de georganiseerde sport doen. Want evenals sportverenigingen zetten ook (en met name) fitnesscentra zich in om Nederland fitter en vitaler te maken en te houden. Op dat gebied hebben we een gezamenlijke opdracht en belang. Dan helpt het niet als de ene partij mokkend naar de andere wijst. Integendeel, het zou de sportverenigingen en dus ook de sportbonden sieren dat zij ons gedachtengoed omarmen en samen met onze branche willen optrekken.
Dat leek lange tijd vooral een utopie, de goede initiatieven die al worden uitgevoerd daargelaten. Maar er komt nu een positieve beweging. Ten eerste omdat een aantal fitnesscentra in drie tranches van de Sportimpuls subsidie heeft gekregen voor de implementatie van Fitness 2.0. Daardoor wordt er nu lokaal gebouwd aan een beweegnetwerk met fitnesscentra, sportclubs en zorgaanbieders. Ten tweede beginnen sommige sportbonden in te zien dat samenwerken met de fitnesssector meer kansen kan bieden dan er met de vinger naar te wijzen.
In mijn agenda staat inmiddels de eerste afspraak met een sportbond. Inzet van het gesprek: verkennen hoe fitnesscentra en verenigingen in deze sporttak op lokaal niveau de krachten kunnen bundelen. Vanuit het gedachtegoed van Fitness 2.0 zou ik me best kunnen voorstellen dat binnen een fitnessabonnement een arrangement wordt aangeboden waarin leden kunnen fitnessen én één keer per week de betreffende sport kunnen beoefenen. Dat geeft het fitnessabonnement mogelijk een meerwaarde én de lokale vereniging krijgt nieuwe mensen over de vloer.
De grootste winst zou wat mij betreft zijn dat de georganiseerde sport en de fitnessbranche laten zien dat samen optrekken helemaal niet zo’n vreemd idee is, maar juist kansen biedt voor de sportvereniging én het fitnesscentrum.
En als de eerste sportbond over de dam is…
‘Van jongs af aan speelt sport een centrale rol in mijn leven. Nog dagelijks geniet ik ervan om, ook professioneel, met sport bezig te zijn. Om met de kennis en ervaring die ik heb opgedaan mensen te inspireren hun levensstijl te veranderen en ze plezier te laten beleven aan bewegen. Uit eigen ervaring weet ik wat het met je doet en nog mooier is het om dat dan ook te mogen uitdragen.’ Ronald Wouters (MSBI) directeur Fit!vak. Wil je reageren op zijn column? mail naar r.wouters@fitvak.com